HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de interface van het apparaat kunt identificeren en hoe u het apparaat aansluit volgens de netwerkomgeving.
Een netwerkinterfacekabel met een ferrietkern moet worden gebruikt voor de onderdrukking van radiostoringen.
IEEE 1284-poort (optioneel)
Poort voor het aansluiten van de IEEE 1284-interfacekabel
USB2.0-poort
Poort voor het aansluiten van de USB2.0-interfacekabel
10BASE-T/100BASE-TX-poort
Poort voor het aansluiten van de 100BASE-TX- of 10BASE-T-kabel
Wireless LAN-poort (optioneel)
Poort voor het gebruik van het wireless LAN
Gigabit Ethernet-poort (optioneel)
Poort voor het aansluiten van de 1000BASE-T, 100BASE-TX- of 10BASE-T-kabel
U kunt de volgende twee opties niet tegelijk installeren: IEEE 1284-interfacekaart, draadloze LAN-kaart.