In dit gedeelte wordt beschreven hoe u SMTP-verificatie registreert.
Voor elke gebruiker die in het Adresboek is geregistreerd kunt u een log-in gebruikersnaam en een log-in wachtwoord registreren voor gebruik bij het openen van een SMTP-server.
Om een SMTP-server te gebruiken, moet deze vooraf zijn geprogrammeerd.
Wanneer [Niet opgeven] wordt geselecteerd voor SMTP-verificatie, zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord dat u heeft opgegeven voor de SMTP-verificatie van de instellingen voor Bestandsoverdracht, van toepassing. Meer informatie vindt u in "Bestandsoverdracht".
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerdertoepas.].
Druk op [Adresboekmanagement].
Controleer of [Progr./Wijz.] geselecteerd is.
Druk op de naam die u wilt registreren of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
Als u op [Zoeken] drukt, kunt u zoeken op basis van geregistreerde naam, mapnaam of e-mailadres.
Druk op [Verif. info].
Druk op [Spec. and. Ver.info.] onder "SMTP-verificatie".
Druk op [Wijzigen] onder "Log-in Gebruikersnaam".
Voer de log-in gebruikersnaam in en klik vervolgens op [OK].
Druk op [Wijzigen] onder "Log-in Wachtwoord".
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK].
Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging en druk vervolgens op [OK].
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].
Zie "Namen registreren" om de naam te registreren.
U kunt maximaal 191 tekens invoeren voor de gebruikersnaam.
Wanneer u POP gebruikt voor SMTP-verificatie, kunt maximaal 63 karakters invoeren.
U kunt tot maximaal 64 karakters invoeren voor het wachtwoord.
Om de instellingen voor de SMTP-verificatie te wijzigen, herhaalt u stap 2 tot stap 15.