HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Kleuren worden gecreëerd door het aanpassen van de dichtheid van primaire kleuren, gebaseerd op een gekozen basiskleur.
Druk op [Bewerken / Kleur].
Druk op [Kleur] en druk vervolgens op [Gebruikerskleur].
Druk op [Progr.] en selecteer vervolgens het nummer (01-15) voor de kleur die u wilt vastleggen.
Selecteer uit de basis- en gebruikerskleuren de kleur die moet worden gebruikt als basiskleur.
De dichtheid van primaire kleuren voor de geselecteerde kleur wordt weergegeven.
Als u een gebruikerskleur wilt selecteren, drukt u op [Gebruikerskleur] en selecteert u de kleur.
Selecteer de kleur waarvan de dichtheid moet worden opgegeven en geef vervolgens de dichtheid op in percentages met [] of [].
U kunt de dichtheid ook opgeven door te drukken op [Aanp. met cijf.tts.].
Controleer de instellingen en druk vervolgens op [OK].
Druk twee keer op [OK].
Wanneer u een toets voor een gebruikerskleur selecteert die wordt aangegeven door een ononderbroken lijn, wordt de inhoud van die kleur gewijzigd (overschreven).