Hieronder wordt uitgelegd hoe u kunt afdrukken met de opdrachten "lpr", "rcp", en "ftp".
Voer de opdrachten in na de opdrachtprompt. De locatie van de opdrachtprompt is afhankelijk van het besturingssysteem:
Windows 2000
[Start] - [Programma's] - [Bureau-accessoires] - [Opdrachtprompt]
Windows XP, Windows Vista, Windows Server 2003/2003 R2
[Start] - [Alle programma's] - [Bureau-accessoires] - [Opdrachtprompt]
Stem de gegevensindeling van het bestand dat uw wilt afdrukken af op de emulatiemodus van de printer.
Als het bericht "afdrukverzoeken vol" wordt weergegeven, kunnen geen afdruktaken meer worden geaccepteerd. Probeer het nogmaals nadat de sessie is voltooid. Voor iedere opdracht wordt het aantal mogelijke sessies als volgt weergegeven:
lpr: 10
rcp, rsh: 5
ftp: 3
Geef de bestandsnaam op in een notatie inclusief het pad van de directory van waaruit de opdracht wordt uitgevoerd.
De "optie" die wordt opgegeven bij een opdracht is een intrinsieke printeroptie waarvan de syntaxis dezelfde is als bij afdrukken vanuit UNIX. Zie voor meer informatie het UNIX Supplement.