Koptekst overslaan
 

Een testafdrukbestand afdrukken

In de volgende procedure wordt beschreven hoe u een testafdrukbestand kunt afdrukken in het PCL 6/5e-, RPCS- of PostScript 3-printerstuurprogramma.

Belangrijk

  • Toepassingen met een eigen stuurprogramma, zoals PageMaker, ondersteunen deze functie niet.

1Vanuit een toepassing selecteert u een opdracht voor afdrukken.

Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.

2Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de [Naam] -lijst, en klik vervolgens op [Eigenschappen].

Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt weergegeven.

3In het vak [Job Type:] klikt u op [Testafdruk].

Als u afdrukt vanuit het PostScript 3-printerstuurprogramma klikt u op [Testafdruk] in het vak [Job Type:] in het tabblad [Job Log].

4Klik op [Details...] en voer een gebruiker-ID in bij [Gebruiker-ID:].

Hiermee kan de gebruiker worden herkend. U kunt een gebruiker-ID van maximaal acht alfanumerieke tekens (a-z, A-Z, 0-9) invoeren.

5Voer een opdracht voor afdrukken uit.

Stel meer dan twee kopieën in.

De testafdruk wordt naar de printer gestuurd en de eerste set wordt afgedrukt.

6Druk op [Afdrtkn] op het bedieningspaneel van de printer.

Schermafbeelding bedieningspaneel

7Selecteer [Testafdruktaken] met de [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] -toets, en druk vervolgens op [Taaklijst].

Schermafbeelding bedieningspaneel

Er wordt een lijst met testafdrukbestanden weergegeven die zijn opgeslagen in de printer.

Sommige afdruktaken worden, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, mogelijk niet weergegeven.

U kunt ook bestanden afdrukken door op [Gebruiker-ID] te drukken.

8Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken met de [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] –toets, en druk vervolgens op [Afdrukken].

Schermafbeelding bedieningspaneel

Stel het nieuwe aantal sets in met de scroll-toetsen. U kunt maximaal 999 sets invoeren.

Druk op de [Escape]-toets om een verkeerde invoer te corrigeren.

9Druk op [Afdrukken].

De resterende sets worden afgedrukt.

Druk op [Annuleren] om het afdrukken te annuleren.

Opmerking

  • Wanneer het aantal sets wordt gewijzigd, wordt het gewijzigde aantal toegepast op alle geselecteerde bestanden.

  • Nadat het afdrukken is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd.

  • Om het afdrukken na aanvang te onderbreken, drukt u op [Taak reset]. Het bestand wordt dan verwijderd.

Verwijzing