Met deze functie kunt u alleen de eerste set afdrukken van een afdruktaak die uit meerdere sets bestaat. Nadat u het resultaat heeft gecontroleerd, kunnen de resterende sets via het bedieningspaneel van de printer worden afgedrukt of geannuleerd. Zo kunnen foutieve afdrukken worden beperkt.
Een testafdrukbestand kan niet worden opgeslagen als:
de optionele harde schijf is niet in deze printer geïnstalleerd.
het totaal aantal testafdrukbestanden, beveiligde afdrukbestanden, uitgestelde afdrukbestanden en opgeslagen afdrukbestanden in de printer meer dan 100 bedraagt. (Het maximum aantal is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die de bestanden bevatten).
het bestand bestaat uit meer dan 1000 pagina’s.
verzonden of opgeslagen bestanden in de printer bevatten in totaal meer dan 9000 pagina’s.
Als een testafdruk niet goed is opgeslagen, controleer dan het foutenlogboek op het bedieningspaneel.
Zelfs nadat u de printer heeft uitgeschakeld, blijven er opgeslagen documenten achter in de printer. De instellingen [Tijd. aut. verw] of [Opsl. aut. verw] worden echter eerst toegepast.
Als de toepassing een sorteeroptie heeft, zorg er dan voor dat deze optie uitgeschakeld is voordat u de afdruktaak verstuurt. Testafdrukbestanden worden standaard automatisch gesorteerd door het printerstuurprogramma. Als de sorteeroptie is geselecteerd in het dialoogvenster van de toepassing worden er mogelijk meer afdrukken gemaakt dan verwacht.
Als de eerst set testafdrukken niet voldoet aan uw verwachtingen en u de resterende sets niet wilt afdrukken, kunt u het bestand met testafdrukken verwijderen via het bedieningspaneel. Als u de resterende sets afdrukt, wordt de taak in de printer automatisch verwijderd.
Testafdrukbestanden afgedrukt of verwijderd met Web Image Monitor wordt weergegeven op het display, nadat u [Testafdruktaken] heeft geselecteerd met het bedieningspaneel. Er wordt echter een foutmelding weergegeven als u deze Testafdrukken probeert af te drukken of te verwijderen.
Wanneer opgeslagen bestanden lange namen hebben die op elkaar lijken, kan het moeilijk zijn om het bestand dat u wilt afdrukken te herkennen op het bedieningspaneel. Druk het bestand af door het gebruiker-ID of het tijdstip waarop het bestand is verzonden te controleren of wijzig de bestandsnaam in een naam die gemakkelijk te herkennen is.
Zie voor meer informatie over het foutenlogboek op het display Controleren van Foutenlogboek.
Zie voor meer informatie over [Tijd. afdrtk. aut. verw.] en [Opsl. afdrtk. aut. verw.] Systeemmenu.