Foutmeldingen

Het apparaat bevestigt dat de fout is opgelost en het afdrukken is voortgezet. Een of meerdere pagina's zijn niet afgedrukt.

Om verder te gaan met afdrukken, drukt u op de [Form Feed]-knop en drukt u de overgeslagen pagina af nadat de huidige afdruktaak is voltooid. Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop [Job Reset].

Zie Foute pagina kan niet worden hersteld.

De temperatuur is abnormaal hoog.

Controleer de plek waar het apparaat staat en verplaats het apparaat. U kunt ook wachten tot het apparaat zich aan de kamertemperatuur heeft aangepast.

Zie Buiten temperatuurbereik voor afdrukken.

De temperatuur is abnormaal laag.

Controleer de plek waar het apparaat staat en verplaats het apparaat. U kunt ook wachten tot het apparaat zich aan de kamertemperatuur heeft aangepast.

Zie Buiten temperatuurbereik voor afdrukken.

Het papierformaat in de lade # (lade 1, 2, 3 of de handinvoer) komt niet overeen met het opgegeven formaat.

Plaats papier met het opgegeven formaat in de papierlade en wijzig overeenkomstig het papierformaat in het papierinvoermenu.

U kunt ook op de [Form Feed]-knop drukken, een lade die papier bevat van het geselecteerde formaat selecteren en dan afdrukken. Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop [Job Reset].

Zie Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (Lade 1), Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (lade 2/3), Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (handinvoer).

De papiersoort in de lade # (lade 1, 2, 3 of de handinvoer) komt niet overeen met de opgegeven soort.

Plaats papier van de opgegeven soort in de papierlade en wijzig overeenkomstig de papiersoort in het papierinvoermenu.

U kunt ook op de [Form Feed]-knop drukken, een lade selecteren die papier bevat van de geselecteerde soort en dan afdrukken. Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop [Job Reset].

Zie Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (Lade 1), Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (lade 2/3), Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (handinvoer).

Er is een fout opgetreden in de netwerkfunctie van de ethernetpoort.

Koppel alle kabels los, zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.

Als deze melding verschijnt, neem dan contact op met uw verkoop- of servicemedewerker.

Zie Netwerkinterfacefout.

Er is geen authentieke inktcartridge geplaatst.

Gebruik van een inktcartridge van een andere fabrikant of hervulde inktcartridges kunnen leiden tot een lagere afdrukkwaliteit of defecten.

Zie Aanbevolen verbruiksartikelen.

De inktopvangeenheid is niet op de juiste wijze geplaatst.

Plaats de inktopvangeenheid op de juiste wijze.

Zie Inktopvangeenheid niet gedetecteerd.

De inktopvangeenheid is vol.

Vervang de inktopvangeenheid.

Zie Een inktopvangeenheid vervangen.

Er zijn geen papierladen met het opgegeven papierformaat en de opgegeven papiersoort.

Plaats papier van het opgegeven formaat en type in een papierlade en geef het formaat en type overeenkomstig op in het papierinvoermenu.

U kunt ook op de [Form Feed]-knop drukken, een lade die papier bevat van het geselecteerde formaat selecteren en dan afdrukken. Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop [Job Reset].

Zie Papiertype/papiergrootte komt niet overeen (automatisch lade selecteren).

Er zit geen papier meer in de lade (lade 1, 2, 3 of de handinvoer).

Plaats papier in de lade.

U kunt ook op de [Form Feed]-knop drukken, een andere lade kiezen en afdrukken. Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop [Job Reset].

Zie Geen papier/Lade wordt niet herkend (Lade 1), Geen papier/Lade wordt niet herkend (lade 2/3), Geen papier/Lade wordt niet herkend (handinvoer).

Het papier in lade 1 is op.

Plaats papier in lade 1.

Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop [Job Reset].

Zie Geen papier/Lade wordt niet herkend (Lade 1).

Inkt wordt gevuld.

"N" geeft de benodigde tijd aan.

De inkt is bijna op.

Zorg dat er een nieuwe inktcartridge is geplaatst bij de door het pictogram aangegeven kleur.

Reiniging en spoeling van printkoppen of andere onderhoudstaken zijn mislukt.

Voer onderhoud opnieuw uit als de fout is opgeheven.

U kunt een onderhoudsfout als volgt oplossen:

• Het apparaat ontvangt een andere afdruktaak.

• Druk op de [#Enter]-knop.

Het apparaat is bezig met het schoonmaken of spoelen van de printerkoppen.

Een moment geduld.

De inkt is op.

Plaats een nieuwe inktcartridge voor de door het pictogram of aangegeven kleur.

Zie Een inktcartridge vervangen.

Er is geen inktcartridge geplaatst.

Plaats de inktcartridge op de juiste wijze.

Zie Klep open / Inktcartridge(s) niet gedetecteerd.

Wordt gedroogd.

Zie Het menu [Onderhoud] gebruiken.

U heeft op een vergrendelde knop gedrukt.

Ontgrendel de knop.

Zie Apparaatfuncties beperken.

Er is papier vastgelopen.

Druk op de knop [Form Feed] om het papier door te voeren.

Zie De [Form Feed]-knop gebruiken om vastgelopen papier te verwijderen.

Er is een papierstoring opgetreden in de multi-handinvoer.

Plaats opnieuw papier in de handinvoer.

Zie Papier plaatsen.

Er is papier vastgelopen.

Open het achterpaneel en verwijder het vastgelopen papier.

Zie Het achterpaneel openen om vastgelopen papier te verwijderen, Het achterpaneel openen om vastgelopen papier te verwijderen (SG 3110DN/SG 3110DNw).

Er is papier vastgelopen in de duplexeenheid of de achterste eenheid.

Koppel de duplexeenheid los of open de klep van de achterste eenheid en verwijder het vastgelopen papier.

Zie Papierstoring in de duplexeenheid en lade 2 en 3

Er is papier vastgelopen.

Koppel de duplexeenheid los of open de klep van de achterste eenheid en verwijder het vastgelopen papier.

Zie Vastgelopen papier in de duplexeenheid verwijderen, Het achterpaneel openen om vastgelopen papier te verwijderen.

Er is papier vastgelopen in de duplexeenheid of achterste eenheid van lade 2.

Koppel de duplexeenheid los of open de klep van de achterste eenheid en verwijder het vastgelopen papier.

Zie Papierstoring in de duplexeenheid en lade 2 en 3

Er is papier vastgelopen in een lade (lade 2 of 3).

Verwijder het vastgelopen papier.

Zie Papierstoring in lade 2 en 3

Er is papier vastgelopen in een lade (lade 1, 2 of 3).

Plaats opnieuw papier in de papierlade en druk vervolgens op de [Form Feed]-knop.

Zie Papier plaatsen.

De inktopvangeenheid is bijna vol.

Zorg dat u een nieuwe inktopvangeenheid bij de hand hebt.

Als een inktcartridge bijna leeg is terwijl de inktopvangeenheid bijna vol is, gaat het waarschuwingslampje knipperen en verschijnt er een bericht op het display dat u informeert over het lage inktniveau in de cartridge.

De printer is bezig met afdrukken.

Het apparaat is klaar om af te drukken.

De achterklep is open.

Sluit de achterklep.

Zie Paneel open

Er is papier vastgelopen in de duplexeenheid.

Open de klep van de duplexeenheid of koppel de duplexeenheid los en verwijder het vastgelopen papier.

Zie Papierstoring in de duplexeenheid

Er is papier vastgelopen.

Open het bovenpaneel, druk op de [Form Feed]-knop en verwijder vervolgens het vastgelopen papier via de opening.

Zie Vastgelopen papier verwijderen via het bovenpaneel

De handinvoer is niet goed geplaatst.

Plaats de handinvoer opnieuw.

Zie De multi-handinvoer bevestigen en verwijderen, Geen papier/Lade wordt niet herkend (handinvoer).

De duplexeenheid is niet op de juiste wijze geplaatst of de klep staat open.

Zorg dat de duplexeenheid op de juiste wijze is geplaatst en dat de klep dicht is.

Zie De duplexeenheid bevestigen en verwijderen, Paneel open.

Het apparaat is bezig met het opnieuw initialiseren van een afdruktaak.

Een moment geduld.

De rechtervoorklep staat open.

Sluit de klep van de inktcartridge.

Zie Klep open / Inktcartridge(s) niet gedetecteerd.

Interne eenheid is een vervangingsonderdeel.

Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor nadere informatie over het vervangen van deze interne eenheid.

Er is een fout opgetreden.

Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als deze melding verschijnt, neem dan contact op met uw verkoop- of servicemedewerker.

Het apparaat werkt de netwerkinterface bij.

Een moment geduld.

Het apparaat is te heet of te koud om op te starten.

Wacht tot “Gereed” op het display wordt weergegeven.

Het bovenpaneel is geopend.

Sluit de bovenklep.

Zie Paneel open

Het achterpaneel van een lade (lade 2 of 3) is open.

Sluit het paneel van de achterste eenheid.

Zie Paneel open

U heeft een gebruikte inktopvangeenheid geplaatst.

Plaats een nieuwe inktopvangeenheid.

Zie Een inktopvangeenheid vervangen.

U hebt een gebruikte inktcartridge geplaatst.

Vervang de inktcartridge van de kleur die door het pictogram of wordt aangegeven.

Zie Een inktcartridge vervangen.

Een moment geduld.