Aan de hand van de cartridgestatus kunt u bepalen wanneer de cartridge moet worden vervangen.
Open het dialoogvenster [Eigenschappen van printer].
Klik op het tabblad [Onderhoud].
Klik op [Display Status Monitor].
Controleer de status van de cartridge.
U kunt opgeven of de Status Monitor een melding moet verzenden als de inkt bijna op is. Hiervoor opent u het dialoogvenster van het printerstuurprogramma, klikt u op [Instellingen statusmonitor] op het tabblad [Onderhoud] en vinkt u het selectievakje [Cartridge vervanging melden] aan.
Zorg dat u de inktcartridges op de juiste wijze plaatst. Wanneer ze niet goed worden geplaatst, kan het zijn dat de Status Monitor de hoeveelheid inkt die nog in de cartridges zit niet kan bepalen. Zie Hoe moet u met inktcartridges omgaan?.