U kunt de volgende instellingen opgeven op elke pagina van Web Image Monitor.
[Device Settings] area
Pagina [System]
U kunt [Device Name], [Comment], [Location] en [Recycle Paper Mode] opgeven.
Pagina [Date/Time]
U kunt [Set Date], [Set Time], [SNTP Server Address], [SNTP Polling Interval], [Time Zone] en [Daylight saving time settings] opgeven.
Pagina [Email]
Voor meer informatie over de items en beschrijvingen, raadpleegt u Melden van apparaatstatus via e-mail.
Pagina [ROM Update]
U kunt de ROM-firmwareversie controleren en eventueel de firmware bijwerken. Download de nieuwste update van de website van de fabrikant en werk de firmware bij aan de hand van de instructies.
Gedeelte [Auto Email Notification]
Gedeelte [Administrator Tools]
Pagina [Administrator Authentication]
U kunt [New Password] en [Confirm New Password] opgeven.
Pagina [Restore Defaults]
U kunt de standaardinstellingen van de netwerkinterface herstellen.
Gedeelte [Interface]
Pagina [Interface Settings]
[Ethernet]
U kunt de [Ethernet Speed] opgeven.
Pagina [Wireless LAN Settings]
[Wireless LAN Settings]
U kunt de [SSID] en de [Security Method] instellen.
[WEP Settings]
U kunt de [New WEP Key] en [Confirm WEP Key] opgeven.
[WPA Settings]
U kunt de [WPA Encryption Method], [WPA Authentication Method], [PSK], [Confirm PSK], [User Name], [EAP Type], [Password] en [Confirm Password] opgeven.
[Firmware Update]
U kunt de firmware van wireless LAN bijwerken, indien nodig.
Download de nieuwste update van de website van de fabrikant en werk de firmware bij aan de hand van de instructies.
Gedeelte [Network]
Pagina [IPv4]
U kunt opgeven of u [IPv4] wilt in- of uitschakelen.
[Ethernet + Wireless LAN]
U kunt de [Host Name], [DHCP], [Notify Host Name to DHCP Server], [Domain Name], [Use Domain Name], [IPv4 Address], [Subnet Mask] en [AutoIP] opgeven.
[Details]
U kunt [Default Gateway Address], [DNS Server1], [DNS Server2], [DNS Protocol Priority], [LPR(515)], [DIPRINT(9100)], [IPP(80/631)], [WSD (Device)], [WSD (Device) Port Number], [WSD (Printer)], [WSD (Printer) Port Number], [WSD (Printer) / IPP Timeout] en [LLTD] opgeven.
Pagina [IPv6]
U kunt opgeven of u [IPv6] wilt in- of uitschakelen.
[Ethernet + Wireless LAN]
U kunt de [Host Name], [Domain Name] en [Manual Configuration Address] opgeven.
[Details]
U kunt [Default Gateway Address], [DNS Server1], [DNS Server2], [DNS Protocol Priority], [LPR(515)], [DIPRINT(9100)], [IPP(80/631)], [WSD (Device)], [WSD (Device) Port Number], [WSD (Printer)], [WSD (Printer) Port Number], [WSD (Printer) / IPP Timeout] en [LLTD] opgeven.
Pagina [DHCPv6]
U kunt [DHCPv6 Operation Mode], [IAID] en [Request Timeout] opgeven.
Pagina [DDNS]
U kunt [IPv4], [IPv6], [A Record Registration for DHCP], [AAAA Record Registration for DHCPv6], [Operation when records are duplicated] en [Interval to Update Device's Record] opgeven.
Pagina [SNMP]
[Protocol]
U kunt opgeven of u IPv4 en IPv6 wilt in- of uitschakelen wanneer u [SNMP (161)] gebruikt.
[SNMPv1,v2 Setting]
U kunt [SNMPv1,v2 Function], [SNMPv1 Trap Communication] en [SNMPv2 Trap Communication] opgeven.
[Community]
U kunt maximaal vier SNMP-community's configureren.
Pagina [SNMPv3]
[SNMPv3 Setting]
U kunt [SNMPv3 Function], [SNMPv3 Trap Communication] en [Permit SNMPv3 Communication] opgeven.
[Permit SNMPv3 Communication]
U kunt maximaal vijf SNMPv3-trapbestemmingen instellen.
[Account(User)]
U kunt [Account Name(User)], [Authentication Password(User)], [Authentication Password re-enter(User)], [Encryption Password(User)], [Encryption Password re-enter(User)] en [Access Type(User)] opgeven.
[Account(Administrator)]
U kunt [Account Name(Administrator)], [Authentication Password(Administrator)], [Authentication Password re-enter(Administrator)], [Encryption Password(Administrator)], [Encryption Password re-enter(Administrator)] en [Access Type(Administrator)] opgeven.
Pagina [Bonjour]
U kunt opgeven of u IPv4 en IPv6 wilt in- of uitschakelen wanneer u [Bonjour] gebruikt.
[Details]
U kunt [Computer Name] en [Location] opgeven.
[Print Order Priority]
U kunt [DIPRINT], [LPR] en [IPP] opgeven.
Gedeelte [Security]
Pagina [Network Security]
[SSL/TLS Version]
U kunt [TLS1.1], [TLS1.0] en [SSL3.0] opgeven.
[Encrypted Communication Settings]
U kunt [AES], [3DES] en [RC4] opgeven.
Pagina [Access Control]
[IPv4]
U kunt maximaal vijf toegangscontrolebereiken instellen.
[IPv6]
U kunt maximaal vijf [Range]- en [Mask]-instellingen instellen.
Pagina [IPP Authentication]
U kunt maximaal tien instellingen voor [Authentication], [User Name] en [Password] opgeven.
Pagina [SSL/TLS]
U kunt [SSL/TLS (443)] en [Permit SSL/TLS Communication] opgeven.
Pagina [Site Certificate]
[Imported Site Certificate]
U kunt [Delete] of [Update to Trustworthy Certificate] selecteren voor een geïmporteerd sitecertificaat.
[Site Certificate to Import]
Importeer het sitecertificaat aan de hand van de weergegeven instructies.
Pagina [Device Certificate]
U kunt [Create], [Request], [Install], [Install intermediate Certificate], [Delete/Cancel Request] en [Delete intermediate Certificate] voor maximaal 3 certificaten opgeven.
[Certification]
Selecteer het certificaat dat u wilt gebruiken voor [SSL/TLS], [Wireless LAN] en [IPsec].
Pagina [IPsec]
U kunt [IPsec] opgeven.
U kunt maximaal tien parameters configureren.