In het menu [Host Interface] kunt u de instellingen opgeven met betrekking tot verbinding en communicatie. Instellingen die via het menu [Host Interface] zijn gedefinieerd, blijven ook van kracht als u het apparaat uitschakelt.
Als u de netwerkinstellingen van het apparaat wilt configureren, doet u dit via het menu [Netwerk Setup].
Inv./Uitv. Interval
Geef aan hoe lang de printer moet wachten voordat de momenteel aangesloten interface reageert. Wanneer de opgegeven tijd is verstreken, kan het apparaat gegevens van een andere interface ontvangen.
Als u de Inv./Uitv. Interval-periode te kort maakt, kan een time-out plaatsvinden terwijl de gegevensoverdracht wordt uitgevoerd. Als dit gebeurt, wordt de afdruktaak onderbroken door een nieuwe taak uit een andere interface.
U kunt een time-out tussen 10 en 60 seconden opgeven.
Standaardinstelling: [15 seconden]
Netwerk Setup
U kunt netwerkgerelateerde instellingen definiƫren.
Apparaatnaam
Toont de naam van het apparaat.
Hostnaam
Toont de hostnaam van het apparaat.
Domeinnaam
Toont de domeinnaam van het apparaat.
IPv4 DNS
Geef hier de DNS-serverinstellingen onder IPv4 op.
Als DHCP is uitgeschakeld, voert u de IPv4-adressen voor de primaire en secundaire DNS-servers in in de volgende indeling: "xxx.xxx.xxx.xxx" (elke x staat voor een getal).
Standaardinstelling: [0.0.0.0]
IPv4 DDNS
Geef hier de instelling op om de host- of domeinnaam bij te werken.
Standaardinstelling: [Aan]
DHCP
U kunt opgeven of u DHCP in een IPv4-omgeving wilt gebruiken of niet.
Standaardinstelling: [Aan]
IPv4-adres
U kunt hier het IPv4-adres van het apparaat opgeven.
Wanneer DHCP is ingesteld op Aan, kan het IP-adres niet worden gewijzigd. Schakel DHCP uit om het adres te wijzigen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over de netwerkconfiguratie.
Standaardinstelling: [11.22.33.44]
IPv4-subnetmsk.
U kunt hier het subnetmasker opgeven.
Als DHCP is ingeschakeld, kan het subnetmasker niet worden gewijzigd. Schakel DHCP uit om het adres te wijzigen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over de netwerkconfiguratie.
Standaardinstelling: [0.0.0.0]
IPv4-gatewayadr
Hier kunt u het IPv4-gatewayadres opgeven.
Als DHCP is ingeschakeld, kan het gatewayadres niet worden gewijzigd. Schakel DHCP uit om het adres te wijzigen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over de netwerkconfiguratie.
Standaardinstelling: [0.0.0.0]
IPv6 DDNS
Geef hier de instelling op om de host- of domeinnaam bij te werken.
Standaardinstelling: [Aan]
IPv6 DNS
Geef hier de DNS-serverinstellingen onder IPv6 op.
Als DHCP is uitgeschakeld, voert u de IPv6-adressen voor de primaire en secundaire DNS-servers in in de volgende indeling: "xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx" (elke x staat voor een getal).
Standaardinstelling: [::]
DHCPv6
U kunt opgeven of u DHCP in een IPv6-omgeving wilt gebruiken of niet.
Standaardinstelling: [Uit]
IPv6 staatl adr
Selecteer of de automatische configuratie van een staatloos IPv6-adres in- of uitgeschakeld moet worden.
Standaardinstelling: [Aan]
IPv6-adres
U kunt hier het IPv6-adres van het apparaat opgeven.
IPv6-gatewayadr
U kunt het IPv6-gatewayadres opgeven.
Standaardinstelling: [::]
Actief protocol
Selecteer het protocol door de protocollen IPv4, IPv6, HTTP (IPv4), HTTP (IPv6) en Internet in te stellen op [Actief] of [Niet Actief].
Standaardinstelling: [Actief]
IPsec
Stel de IPsec-functie van het apparaat in op Actief/Niet actief.
Standaardinstelling: [Uit]
MAC-adres
Toont het MAC-adres (fysiek adres) van het apparaat.
Ethernetsnelh.
Stel de toegangssnelheid voor netwerken in.
Selecteer een snelheid die overeenstemt met uw netwerkomgeving. [Autom. select.] moet normaal gesproken worden geselecteerd.
Standaardinstelling: [>Automatisch selecteren]
SNMPv3 toestaan
Selecteer SNMPv3-communicatie om het apparaat te beheren met MIB.
Standaardinstelling: [Gecodeerde tkst]
SSL/TLS toest.
Stel SSL/TLS-communicatie onder IPv4 en IPv6 in op [Actief] of [Niet Actief]. Deze communicatiemodus wordt gebruikt wanneer u apparaatinstellingen opgeeft via een internetbrowser.
Standaardinstelling: [Actief]
Standrd. herst.
U kunt de netwerkinstellingen weer terug naar standaard zetten.
Draadloos LAN
Geef de instellingen op voor wireless LAN.
SSID
U kunt een SSID weergeven of opgeven.
Beveil.methode
U kunt de codering van de wireless LAN opgeven.
Standaardinstelling: [Niet Actief]
Simpele setup
Selecteer [Simpele setup] als u de instellingen voor draadloos LAN wilt configureren met behulp van Wi-Fi Protected Setup (WPS). Selecteer [Drukknopmethode] of [PIN-methode] die van toepassing is op de netwerkverbinding via de toegangspunten die u kunt gebruiken.
MAC-adres
U kunt het MAC-adres (fysiek adres) van de draadloos LAN weergeven.
USB Instelling
U kunt de instellingen opgegeven die gerelateerd zijn aan communicatie wanneer de computer en het apparaat via USB zijn verbonden. Normaal gesproken hoeft u deze instellingen niet te wijzigen.
Nadat u deze instelling hebt gewijzigd, zet u het apparaat uit en weer aan.
USB snelheid
Standaardinstelling: [Automatisch]
Poortinstelling
Standaardinstelling: [Uit]