In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u alleen het printerstuurprogramma kunt installeren wanneer het apparaat via USB met een computer is verbonden.
Als u het printerstuurprogramma heeft geïnstalleerd door Snelinstallatie voor USB uit te voeren, hoeft u het niet nogmaals te installeren.
Alleen beheerders kunnen deze installatie uitvoeren. Log in als beheerder.
SG 3110DN/SG 3110DNw/SG 7100DN
Druk op de [Aan/uit]-knop.
Plaats de cd-rom in het cd-romstation van de computer.
Sluit alle andere toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.
Als het dialoogvenster "Wizard nieuwe hardware toevoegen" wordt weergegeven, volg dan de weergegeven instructies om de USB-afdrukondersteuning te installeren.
Wanneer u de cd-rom in de computer plaatst, wordt het installatieprogramma gestart. Het is mogelijk dat Auto Run met bepaalde instellingen van het besturingssysteem niet werkt. Is dit het geval, dubbelklik dan op "SETUP.EXE" in de hoofdmap van de cd-rom of klik op [Run SETUP.EXE] in het dialoogvenster [AutoPlay].
Als het scherm zelfs niet wordt weergegeven als u op het pictogram [SETUP.EXE] dubbelklikt of als er een fout tijdens de installatie optreedt, opent u het cd-romstation vanuit [Deze computer] of [Verkenner]. Dubbelklik op het pictogram [RP_SETUPXX.EXE] en installeer het printerstuurprogramma vervolgens door de instructies te volgen die op het scherm worden weergegeven.
Selecteer een taal voor de interface en klik vervolgens op [OK].
Klik op [PCL/RPCS Raster printerstuurprogramma's] of [Printer driver].
Lees de volledige licentieovereenkomst zorgvuldig door. Als u de voorwaarden ervan accepteert, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende >].
Selecteer het programma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende >]. (SG 3110DN/SG 3110DNw)
Selecteer het model van de printer die u wilt gebruiken.
Klik op [+] om de printerinstellingen weer te geven.
Klik op [Poort:] en vervolgens op [USBXXX].
Configureer indien nodig de standaardprinter.
Stel indien nodig de instelling voor het delen van de printer in.
Klik op [Doorgaan].
De installatie van het printerstuurprogramma wordt gestart.
Als u de printer voor de eerste keer wilt instellen, klikt u op [Nu instellen] of [OK].
Definieer de begininstellingen en klik vervolgens op [OK].
Klik op [Voltooien].
Klik op [Voltooien].
Als er een dialoogvenster wordt weergegeven waarin wordt gevraagd of u de computer opnieuw wilt opstarten, selecteert u [Ja, nu opnieuw opstarten.] en klikt u op [Voltooien].
SG 2100N
Plaats de cd-rom in het cd-romstation van de computer.
Zet het apparaat pas aan als u hebt gelezen hoe u dit moet doen.
Sluit alle andere toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.
Als het dialoogvenster "Nieuwe hardware toevoegen" wordt weergegeven, klikt u op [Annuleren] en zet u het apparaat uit.
Wanneer u de cd-rom in de computer plaatst, wordt het installatieprogramma gestart. Het is mogelijk dat Auto Run met bepaalde instellingen van het besturingssysteem niet werkt. Is dit het geval, dubbelklik dan op "SETUP.EXE" in de hoofdmap van de cd-rom of klik op [Run SETUP.EXE] in het dialoogvenster [AutoPlay].
Als het scherm zelfs niet wordt weergegeven als u op het pictogram [SETUP.EXE] dubbelklikt of als er een fout tijdens de installatie optreedt, opent u het cd-romstation vanuit [Deze computer] of [Verkenner]. Dubbelklik op het pictogram [RP_SETUPXX.EXE] en installeer het printerstuurprogramma vervolgens door de instructies te volgen die op het scherm worden weergegeven.
Selecteer een taal voor de interface en klik vervolgens op [OK].
Klik op [PCL/RPCS Raster printerstuurprogramma's] of [Printer driver].
Lees de volledige licentieovereenkomst zorgvuldig door. Als u de voorwaarden ervan accepteert, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende >].
Klik op [Sluit USB-kabel aan] en klik daarna op [Volgende >].
Selecteer het apparaatmodel dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op [Volgende >].
Controleer of het apparaat is uitgeschakeld en klik vervolgens op [Volgende >].
Hoewel er mogelijk een beveiligingsmelding van Windows wordt weergegeven, kunt u deze negeren en doorgaan met de installatie.
Zorg dat de computer en het apparaat op de juiste wijze zijn aangesloten en druk daarna op de [Aan/uit]-knop.
De installatie wordt gestart.
Klik op [Ja] om het apparaat in te stellen als standaardprinter.
Als u de printer voor de eerste keer wilt instellen, klikt u op [Nu instellen].
Definieer de begininstellingen en klik vervolgens op [OK].
Geef aan of u de Status Monitor wel of niet automatisch wilt openen en klik daarna op [Volgende >].
Klik op [Voltooien].
Als er een dialoogvenster wordt weergegeven waarin wordt gevraagd of u de computer opnieuw wilt opstarten, selecteert u [Ja, nu opnieuw opstarten.] en klikt u op [Voltooien].
Voor meer informatie over het delen van de printer, zie De printer delen.
Controleer of het printerstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd door te verifiëren of de [Aan/uit]-knop brandt en daarna een proefafdruk te maken. Als u een proefafdruk wilt maken, opent u het dialoogvenster met de [Eigenschappen van printer] en klikt u op [Testpagina afdrukken] op het tabblad [Algemeen]. Als de proefafdruk niet normaal wordt afgedrukt, zie Als testafdrukken mislukken.
Als u de Windows Firewall hebt geïnstalleerd op de afdrukserver, moet u in de firewall uitzonderingen instellen voordat u de Status Monitor gaat gebruiken. Voor meer informatie over het instellen van de Windows Firewall, zie Foutmeldingen in de Status Monitor.
Voor meer informatie over het installeren van de Gebruikershandleiding, zie De Gebruikershandleiding installeren en openen.