Zorg dat u alle noodzakelijke netwerkapparatuur, zoals hubs, etc., hebt geïnstalleerd voordat u de ethernetkabel op het apparaat aansluit.
U kunt een 10BASE-T- of een 100BASE-TX-kabel op het apparaat aansluiten.
Ethernetkabels worden niet bij dit apparaat geleverd. Kies de juiste kabel voor uw netwerkomgeving.
Open het klepje van de poort.
Trek de draadloos LAN-kabel eruit en plaats vervolgens de ethernetkabel in de poort.
Berg de draadloze LAN-kabel op de daarvoor bestemde plek op.
Sluit het andere einde van de kabel aan op het netwerk van het apparaat, bijvoorbeeld een hub.
Controleer de LED's op de ethernetpoort.
Indicatielampje (groen)
Brandt als het apparaat goed is aangesloten op het netwerk.
Indicatielampje (geel)
Brandt wanneer het apparaat gegevens via het netwerk verzendt of ontvangt.
Sluit het klepje van de poort.