|
|
|
|
|
|
Raak bij het plaatsen van de printcartridge geen delen binnenin het apparaat aan.
Zet het apparaat pas aan als u hebt gelezen hoe u dit moet doen.
Installeer de nieuwe printcartridge die is meegeleverd. Als u een andere cartridge plaatst, kan dit leiden tot onvolledige inktvulling en slechte prestaties.
Verwijder de verpakking van de printcartridges.
Raak de inkttoevoerpoorten of siliconen onderlaag van printcartridges niet aan.
Open de rechtervoorklep.
Controleer de richting van elke cartridge, en installeer ze vervolgens voorzichtig.
Plaats de cartridges in de volgende volgorde vanaf links: zwart, cyaan, magenta en geel.
Duw elk cartridge op zijn plaats.
Herhaal de stappen 3 en 4 voor alle vier cartridges.
Sluit de rechtervoorklep.