Koptekst overslaan
 

Vooraanzicht

illustratie apparaatbehuizing met genummerde onderdelen

  1. Bovenpaneel

    Houd deze klep normaal gesproken dicht. Als u vastgelopen papier niet kunt vinden of vastgelopen papier niet gemakkelijk kunt verwijderen, kunt u de status van het papier controleren vanaf de bovenkant van het apparaat.

  2. Uitvoerplank

    Afdrukken worden op de uitvoerplank afgeleverd.

    Trek deze verlenging naar buiten wanneer u papier van een groot formaat gebruikt. Dit voorkomt dat het papier op de grond valt.

  3. Klep voor papierladeverlenging (SG 7100DN)

    Trek deze klep naar buiten wanneer u de ladeverlenging gebruikt, zodat er geen stof in de lade valt.

    Trek deze klep alleen naar buiten als u de verlengingseenheid gebruikt.

  4. Lade 1

    Hier plaatst u het papier in.

    Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

    Wanneer u wilt afdrukken op papier dat groter is dan A4-formaat of Letter-formaat trekt u de uitvoerklep uit.

  5. Ventilatie-opening

    Lucht wordt hier uitgestoten om te voorkomen dat de binnenkant van het apparaat te warm wordt. Plaats niets tegen de luchtuitlaat en zorg dat deze niet wordt geblokkeerd. Als de binnenkant van het apparaat te warm wordt, kan er een defect optreden.

  6. Printcartridge (zwart)

  7. Printcartridge (cyaan)

  8. Printcartridge (magenta)

  9. Printcartridge (geel)

  10. Inktopvangeenheid

  11. Rechter voorpaneel

    Houd deze klep normaal gesproken dicht. Open deze klep uitsluitend wanneer u een inktcartridge of de inktopvangeenheid moet vervangen.