In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een SMB-map kunt registreren.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerdertoepas.].
Druk op [Adresboekmanagement].
Controleer of [Progr./Wijz.] geselecteerd is.
Selecteer de naam van de map die u wilt registreren.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer met de cijfertoetsen in.
Druk op [Verif. Info] en vervolgens op [
Volgende].
Druk op [Spec. and. Ver.info.] onder "Mapverificatie".
Wanneer [Niet opgeven] wordt geselecteerd, zijn de SMB-gebruikersnaam en het SMB-wachtwoord dat u heeft opgegeven in Standaard gebruikersnaam/wachtwoord [Verzenden] van de instellingen voor Bestandsoverdracht van toepassing.
Druk op [Wijzigen] onder "Log-in Gebruikersnaam".
Voer de log-in gebruikersnaam in en klik vervolgens op [OK].
Druk op [Wijzigen] onder "Log-in Wachtwoord".
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK].
Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Map].
Controleer of [SMB] werd geselecteerd.
Om een map op te geven, dient u handmatig het pad in te voeren of de map te lokaliseren door op het netwerk te zoeken.
Geef het pad op.
Raadpleeg "De SMB-map handmatig vinden" om het pad handmatig op te geven.
Voor meer informatie over hoe u het pad opgeeft met Bladeren door netwerk, raadpleegt u "De map opsporen met In het netwerk bladeren".
Druk op [Verbindingstest] om te controleren of het pad goed is ingesteld.
Druk op [Afsluiten].
Als de verbindingstest mislukt, controleer dan de instellingen en probeer het opnieuw.
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].
Zie "Namen registreren" om de naam te registreren.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren voor de gebruikersnaam.
U kunt tot maximaal 64 karakters invoeren voor het wachtwoord.
U kunt het pad invoeren met maximaal 128 tekens.
Als Gebruikersverificatie is opgegeven, neem dan contact op met uw beheerder.