Scaninstellingen
Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Scaninstellingen onder Scannereigenschappen.
Standaardinstellingen worden vetgedrukt weergegeven.
Wachttijd voor volg. orig. instellen
Om originelen op te splitsen en apart in te scannen met de originelentabel om een enkel bestand te vormen, selecteert u [Constante wachtrij], [Uit], of [Stel wachttijd in]voor de wachtstatus.
De standaardinstelling is Stel wachttijd in, 60 seconde(n).
Als [Stel wachttijd in] is geselecteerd, voert u met de cijfertoetsen de wachttijd in seconden in (3-999) voor het plaatsen van extra originelen. Het scannen begint als extra originelen worden neergelegd en binnen deze wachttijd op de [Start]-toets wordt gedrukt. U kunt het scannen beëindigen en de transmissie beginnen door binnen deze wachttijd op de toets [
] te drukken. Zodra de aangegeven tijd is verstreken, begint de transmissie automatisch.
Als [Constante wachtrij] is geselecteerd, zal het apparaat wachten op extra originelen totdat de []-toets is ingedrukt. Het scannen zal starten wanneer extra originelen zijn geplaatst en de [Start]-toets is ingedrukt. U kunt het scannen beëindigen en de verzending starten door op de []-toets te drukken.
Als er originelen in de automatische papierinvoer (ADF) worden geplaatst, zal de verzending, nadat alle originelen in de ADF zijn gescand, starten zonder te wachten op extra originelen, ongeacht de opgegeven instellingen.
Als er een papierstoring optreedt of één van de volgende bewerkingen uit worden gevoerd terwijl het apparaat wacht op extra originelen, stopt het aftellen en begint dit niet opnieuw totdat de []-toets is ingedrukt.
De instellingen, zoals de scaninstellingen, wijzigen
De scannerkap openen.
Druk op de [Onderbreken]-toets om de kopieermodus te activeren
Originele Output Uitgang (TWAIN)
Geef aan in welke lade de documenten worden moeten worden uitgeworpen wanneer de TWAIN-scanner wordt gebruikt.
De standaardinstelling is Boven.
