Dit gedeelte biedt een overzicht van de instellingen die vereist zijn voor het bezorgen van gegevens aan het netwerk met een Ethernet-verbinding.
Voor details over hoe u de functie moet gebruiken, zie "Interface-instelling" en "Bestandsoverdracht".
Menu |
Gebruikersinstellingen |
Instellingsvereisten |
---|---|---|
Interface-instellingen/Netwerk |
IPv4-adres apparaat |
Noodzakelijk |
Interface-instellingen/Netwerk |
IPv4 Gateway-adres |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
DNS-configuratie |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
DDNS-configuratie |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
Domeinnaam |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
WINS-configuratie |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
Effectief protocol |
Noodzakelijk |
Interface-instellingen/Netwerk |
Ethernet-snelheid |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
Type LAN |
Noodzakelijk |
Interface-instellingen/Netwerk |
SNMPv3-communicatie toestaan |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
SSL-/TLS-communicatie toestaan |
Als vereist |
Interface-instellingen/Netwerk |
Hostnaam |
Als vereist |
Bestandsoverdracht |
Bezorgingsoptie |
Noodzakelijk |
Bestandsoverdracht |
Intervaltijd opn.verz. Scanner |
Als vereist |
Bestandsoverdracht |
Aantal opnieuw verzonden scanneroproepen |
Als vereist |
Controleer voor de instelling Effectief protocol of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief].
[Wireless LAN] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer het wireless LAN-interfacebord is geïnstalleerd. Als zowel Ethernet als wireless LAN zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang.
Als Bezorgingsoptie is ingesteld op [Aan], controleert u of het IPv4-adres is opgegeven.