Op het display worden de status van het apparaat, foutberichten en functiemenu's weergegeven.
De weergegeven functie-items dienen als selectietoetsen. U kunt deze items kiezen of selecteren door kort op uw keuze te drukken.
Als u een item op het display kiest of selecteert, wordt het als volgt gemarkeerd . Toetsen die verschijnen als
kunnen niet worden gebruikt.
Een schok of stoot van meer dan 30 N (ca. 3 kgf) kan het display beschadigen.
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller] om het menu Gebruikersinstellingen weer te geven en druk vervolgens op [Systeeminstellingen].
Met het menuscherm Systeeminstellingen als voorbeeld, geeft dit gedeelte uitleg over hoe u het bedieningspaneel van het apparaat kunt gebruiken.
De menu-tabbladen voor verschillende instellingen verschijnen. Om de instelling weer te geven die u wilt opgeven of wijzigen, drukt u op het betreffende menu-tabblad.
Een lijst van instellingen verschijnt. Om een instelling op te geven of te wijzigen, drukt u op de betreffende toets in de lijst.
Druk hierop om het menu Gebruikersinstellingen af te sluiten.