![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Optie-instellingen maken voor dit apparaat met het printerstuurprogramma, wanneer bidirectionele communicatie is uitgeschakeld.
Stel optie-instellingen in wanneer bidirectionele communicatie is uitgeschakeld.
Rechten voor het beheren van printers zijn vereist om de printereigenschappen in de map [Printers] te wijzigen. Log in als groepslid van de Beheerder of Power Users.
In het menu [Start] klikt u op [Printers en faxapparaten].
Het scherm [Printers en Faxapparaten] verschijnt.
Klik op het pictogram van de gewenste printer.
Klik op [Eigenschappen] in het menu [Bestand].
Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen].
Klik onder Windows 2000 op het tabblad [Accessoires]
Selecteer de geïnstalleerde opties in het gedeelte [Opties installeren] en maak vervolgens de nodige instellingen.
Klik onder Windows 2000 op het gebied [Opties].
Klik op [Toepassen] en vervolgens op [OK] om het dialoogvenster voor printereigenschappen te sluiten.
Voor meer informatie over het uitvoeren van optie-instellingen voor de printer, zie Opties instellen.