Het volgende geeft uitleg over de items die worden weergegeven op het voorvertoningsscherm en hoe opgeslagen documenten kunnen worden voorvertoond.
Om opgeslagen documenten voor te vertonen, selecteert u de documenten die u wilt bekijken op het Document Server beginscherm en drukt u vervolgens op [Voorvertoning]. Het voorvertoningsscherm verwijst naar het scherm waar u de inhoud van de gescande documenten kunt bevestigen.
Voorvertoningsscherm
[][
][
][
]
Dit beweegt het weergavegebied in de richting van de pijl.
[Uitzoomen], [Inzoomen]
Deze worden gebruikt om op de weer te geven pagina in en uit te zoomen.
[Afsluiten]
Dit sluit het voorvertoningsscherm.
Bestand weergeven
Dit geeft de bestandsnaam weer.
Als u twee of meer bestanden heeft geselecteerd om voor te vertonen, drukt u op [Veranderen] om van het ene naar het andere bestand te kunnen gaan.
[Veranderen]
Als u twee of meer bestanden hebt geselecteerd om voor voorbeeld, drukt u hier om tussen de bestanden te schakelen.
Pagina weergeven
Dit geeft het nummer van de huidig geopende pagina weer en het totaal aantal pagina's en het papierformaat.
[Veranderen]
Dit slaat de pagina van het geselecteerde bestand om.
Voorbeeldgebied
Opgeslagen scanbestanden voor originelen die groter zijn dan A2 kunnen in de voorvertoning met de zoombesturing worden bekeken.
[Selecteer gebied]
U kunt het gebied dat u wilt voorvertonen opgeven.
Positie weergeven
Dit geeft de locatie van de weergegeven voorvertoningsafbeelding weer, wanneer de afbeelding wordt vergroot.
Wanneer de voorvertoning al is geselecteerd vanuit een andere functie, kan het zijn dat de functie voorvertoningsscherm onbruikbaar wordt.
De functie voorvertonen is niet beschikbaar als het opgeslagen bestand is beschadigd. U dient het bestand opnieuw te scannen en op te slaan.
Alleen documenten waarvan het maximaal papierformaat kleiner is dan 914,4 × 1219,2 mm (36 × 48 inch) kunnen in een voorvertoning worden bekeken.