Als Synchroon snijden is geselecteerd, kunt u een marge maken langs de hoofd- en achterrand van de kopie.
Deze functie kunt u niet met de handinvoer gebruiken. Voor deze functie kunt u de volgende margetypes selecteren:
Bovenmarge: marge aan de hoofdrand van het origineel (bovenkant van kopie)
Ondermarge: marge aan de achterrand van het origineel (onderkant van kopie)
Druk op [Bew./Stempel].
Druk op [Marge aanp.].
Druk op [Bovenmarge] of [Ondermarge].
Gebruik [
] of [
] om de marge op te geven, en druk op [OK].
[Synchroon snijden] wordt automatisch geselecteerd.
U kunt een marge opgeven tussen 0 en 200 mm (7,8 inch) in stappen van 1 mm (0,1 inch). De standaardmarge is 20 mm (0,8 inch).
U kunt de boven- en ondermarges tegelijk opgeven.
De lengte van de kopie is de lengte die automatisch is opgegeven met Synchroon snijden plus de opgegeven marge.