Deze modus wist de buitenste marge van de originele afbeelding.
De standaardinstelling voor Rand wissen is 10 mm (0,4 inch).
U kunt de handinvoer niet gebruiken bij deze functie.
Druk op [Bew./Stempel].
Druk op [Wissen].
Druk op [Rand wissen].
Druk op [Breedte gelijk].
Stel de breedte voor Rand wissen in met [
] of [
].
Als u op [] of [
] drukt, kunt u de breedte veranderen in stappen van 1 mm (0,1 inch).
U wijzigt de breedte in stappen van 10 mm (1 inch) door de betreffende toets ingedrukt te houden.
Druk twee keer op [OK].
Als u de waarde die u in stap 5 hebt ingevoerd, wilt wijzigen, drukt u op [] en [
] om een nieuwe waarde in te stellen.
Zie Beperkingen scanformaat, per functie voor details over de beperkingen van de scangrootte wanneer u Rand wissen samen met andere functies gebruikt.