Gebruik deze functie om de nummers op de achtergrond van de kopieën af te drukken.
Wanneer deze functie wordt gebruikt in combinatie met Sorteren, worden op elke set kopieën dezelfde nummers afgedrukt zodat u een overzicht houdt van vertrouwelijke documenten.
Druk op [Bew./Stempel].
Druk op [Stempel].
Druk op [Achtergrondnummering].
Voer met de cijfertoetsen het aantal in waarmee moet worden begonnen met tellen en druk vervolgens op de toets [
].
U kunt een cijfer tussen de 1 en 9999 invoeren.
Druk twee keer op [OK].
Als u de waarde wilt wijzigen die u in stap 4 hebt ingevoerd, drukt u op [Wissen] en voert u een nieuwe waarde in.
U kunt deze functie met maximaal vier andere stempelfuncties combineren.