Geef het formaat van de originelen op als u originelen van aangepast formaat plaatst.
Druk op de toets [Spec. orig.].
Druk op [Aangep form. orig.].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Voer de verticale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets [
].
Druk op [OK].
Op Type 1 kunnen originelen die 182 - 15.000 mm (7,17 - 590,5 inch) hoog en 210 - 914 mm (8,27 - 35,9 inch) breed zijn met deze functie worden opgegeven.
Op Type 2 kunnen originelen die 182 - 30.000 mm (7,17 inch - 1181,1 inch) hoog en 210 - 914 mm (8,27 inch -35,9 inch) breed zijn met deze functie worden opgegeven.
Als u het formaat niet opgeeft, worden delen van de afbeelding mogelijk niet gekopieerd.
Als u een fout maakt, drukt u op [Wissen] en voert u de waarde nogmaals in.