HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
In dit onderdeel worden zaken beschreven die kunnen worden gespecificeerd via het scherm Kopieerapparaat/Document Server-eigenschappen. Het scherm Kopieerapparaat/Document Server-eigenschappen kan worden weergegeven door te drukken op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller]. Zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie over het instellen van deze zaken.
Algemene eigenschappen
Item |
Beschrijving |
---|---|
Voorkeur automatische belichting |
Hiermee kunt u instellen of Automatische belichting wordt toegepast na het inschakelen van het apparaat, wanneer de modi worden gereset of worden verwijderd. |
Prioriteit origineeltype |
U kunt het origineeltype selecteren dat wordt gebruikt wanneer de stroom wordt aangezet of wanneer modi worden verwijderd. |
Prioriteit origineel fototype |
Wanneer u "Tekst/Foto" of "Foto" selecteert in "Prioriteit origineeltype", kunt u de instellingen van het geselecteerde origineeltype wijzigen. |
Origineeltype display |
U kunt de origineeltypen op het basisdisplay laten weergegeven. |
Papierweergave |
U kunt ervoor kiezen dat de beschikbare papierladen en -formaten in het basisscherm worden weergegeven. |
Origineelrichting in duplexmodus |
Stel de richting in van het origineel als u dubbelzijdige kopieën maakt. |
Kopieerrichting in duplexmodus |
Stel de richting in van de kopie als u dubbelzijdige kopieën maakt. |
Max. kopieercapaciteit |
Het maximale aantal kopieën kan ingesteld worden tussen de 1 en 9999. |
Automatisch lade wisselen |
Als u papier van hetzelfde formaat laadt in twee of meer laden, schakelt het apparaat automatisch over op de andere lade wanneer de eerste lade leeg raakt (wanneer Automatische papierselectie is geselecteerd). Deze functie wordt "Automatisch lade wisselen" genoemd. Deze instelling geeft aan of Automatisch lade wisselen wordt gebruikt of niet. |
Alarm: origineel ligt nog op de glasplaat |
Er klinkt een pieptoon wanneer u vergeet de originelen te verwijderen na het kopiëren. |
Oproepen bij taakeinde |
U kunt kiezen of u een pieptoon wilt laten klinken wanneer het kopiëren is voltooid. |
Connect copy-toets weergeven |
Geef aan of u de toets voor Connect copy wilt weergeven. |
Standaard tellerscherm veranderen |
Specificeer het standaard tellerscherm. |
Aangepaste functie: Kopieerapparaat |
U kunt maximaal zes regelmatig gebruikte functies vastleggen onder de toetsen Kopieerfunctie. |
Aangepaste functie: Document Server opslag |
U kunt maximaal zes regelmatig gebruikte functies vastleggen onder de toetsen Opslag Document Server voor het scannen van documenten. |
Aanpasfunctie: Afdrukken vanuit de Document Server |
U kunt maximaal zes regelmatig gebruikte functies vastleggen onder de toetsen Afdrukken vanuit de Document Server voor het afdrukken van opgeslagen documenten. |
Reproductiefactor
Item |
Beschrijving |
---|---|
Sneltoets Verkleinen / vergroten |
U kunt maximaal drie regelmatig gebruikte verkleinings-/vergrotingsfactoren programmeren die anders zijn dan de vaste verkleinings-/vergrotingsfactoren en deze laten weergeven op het beginscherm. U kunt eveneens de geregistreerde verkleinings-/vergrotingsfactoren wijzigen. |
Reproductiefactor |
Hiermee kunt u de vergrotings- en verkleiningsfactoren instellen die worden weergegeven op het kopieerscherm als [Verkl/vergr] wordt ingedrukt. |
Prioriteitsfactor verkleinen / vergroten |
U kunt de factor instellen die prioriteit krijgt wanneer [Verkl/vergr] wordt ingedrukt. |
Factor voor Marge creëren |
U kunt een factor voor verkleinen/vergroten instellen wanneer u functie Marge creëren onder een snelkiestoets registreert. |
Bewerken
Item |
Beschrijving |
---|---|
Marge voorzijde: Links/Rechts |
Hiermee kunt u de linker- en rechtermarges instellen aan de voorzijde van kopieën in de modus Marge aanpassen. |
Marge achterzijde: Links/Rechts |
Hiermee kunt u de linker- en rechtermarges instellen aan de achterzijde van kopieën in de modus Marge aanpassen. |
Marge voorzijde: boven/onder |
Hiermee kunt u de boven- en ondermarges instellen aan de voorzijde van kopieën in de modus Marge aanpassen. |
Marge achterzijde: Boven / Onder |
Hiermee kunt u de boven- en ondermarges instellen aan de achterzijde van kopieën in de modus Marge aanpassen. |
1-zijdig 2-zijdig auto. marge: BnrB |
Bij het gebruik van de 1-zijdige naar 2-zijdige duplexfunctie, kunt u marges op de achterzijde aangeven. |
1-zijdig 2-zijdig auto. marge: BnrO |
Bij het gebruik van de 1-zijdige naar 2-zijdige duplexfunctie, kunt u marges op de achterzijde aangeven. |
Uitloopinstelling voor tijdschrift |
Specificeer de breedte van de uitloopinbindmarge. |
Randbreedte wissen |
Met deze functie kunt u de breedte opgeven van de te wissen randmarges. |
Origineelschaduw in combimodus wissen |
In de modus Combinatie kunt u opgeven of u een randmarge van 3 mm (0,1 inch) langs alle vier de randen van het origineel wilt wissen. |
Middenbreedte wissen |
Met deze functie kunt u de breedte opgeven van de te wissen middenmarges. |
Voorblad kopiëren in de modus Combineren |
U kunt een gecombineerde kopie op het voorblad maken door de Voorbladfunctie te selecteren. |
Kopieervolgorde in de modus Combineren |
U kunt de kopieervolgorde in de functie Combineren op Links/Rechts of Boven naar Beneden instellen. |
Richting: Boekje, Tijdschrift |
Selecteer de beginrichting van kopieën gemaakt in de modus Boekje of Tijdschrift. |
Kopiëren op het aangegeven papier in de modus Combineren |
In de functie Tussenv/Hoofdstuk kunt u opgeven of u een gecombineerde kopie wilt maken op de ingestoken tussenbladen. |
Scheidingslijn van afbeeldingherhaling |
U kunt met de functie Beeld herhalen een scheidingslijn en kleur selecteren uit: Geen, Doorlopend, Onderbroken A, Onderbroken B of Snijlijn. |
Scheidingslijn van dubbele kopieën |
U kunt met de functie Dubbele kopieën een scheidingslijn en kleur selecteren uit: Geen, Doorlopend, Onderbroken A, Onderbroken B of Snijlijn. |
Scheidingslijn de modus Combineren |
U kunt met de functie Combineren een scheidingslijn en kleur selecteren uit: Geen, Doorlopend, Onderbroken A, Onderbroken B of Snijlijn. |
Achterblad kopiëren |
Als u het achterblad kopieert, kunt u aangeven of u het achterblad buiten (buitenblad) of binnen (binnenblad) wilt hebben. |
Stempel
Item |
Beschrijving |
---|---|
Achtergrondnummering |
|
Formaat |
U kunt het formaat van de nummers instellen. |
Belichting |
U kunt de belichting van de nummers instellen. |
Stempelkleur |
U kunt de kleur van de nummers instellen. |
Vooraf ingestelde stempel |
|
Taal stempel |
U kunt de taal voor het bericht selecteren dat in de Stempelmodus wordt afgedrukt. |
Voorkeur stempel |
U kunt het stempeltype selecteren dat prioriteit krijgt wanneer [Voor.ing.stem.] wordt ingedrukt. |
Stempelnotatie |
Hiermee kunt u opgeven hoe elke stempel wordt afgedrukt. |
Stempelkleur |
Hiermee kunt u de afdrukkleur van de stempel instellen. |
Gebruikersstempel |
|
Stempel programmeren/verwijderen |
U kunt gebruikersstempels registreren, wijzigen of verwijderen. |
Stempelnotatie: 1 tot 4 |
Hiermee kunt u opgeven hoe elk van de geregistreerde gebruikersstempels 1 tot 4 wordt afgedrukt. |
Stempelkleur: 1 tot 4 |
Stelt de kleur in die is opgeslagen in Kleur gebruikersstempel (1 t/m 4). |
Datumstempel |
|
Formaat |
U kunt de datumnotatie selecteren voor de functie Datumstempel. |
Lettertype |
U kunt het lettertype voor de datumstempel selecteren. |
Formaat |
U kunt het formaat van de datumstempel selecteren. |
Superimpose |
U kunt de datumstempel in wit laten afdrukken waar het zwarte delen van de afbeelding overlapt. |
Stempelkleur |
Stel de geselecteerde voorkeurskleur in als de datum wordt afgedrukt. |
Stempelinstelling |
Hiermee kunt u opgeven hoe de Datumstempel wordt afgedrukt. |
Paginanummering |
|
Stempelnotatie |
U kunt het type paginanummering selecteren dat prioriteit krijgt wanneer [Paginanummering] wordt ingedrukt. |
Lettertype |
U kunt het paginanummer selecteren dat in de modus Paginanummering wordt afgedrukt. |
Formaat |
U kunt de afmeting selecteren van de stempel die in de functie Paginanummering wordt afgedrukt. |
Stempelpositie achterzijde duplexkopie |
U kunt de positie instellen van het paginanummer dat wordt afgedrukt op de achterzijde van een dubbele pagina in de Duplexmodus. |
Paginanummering in de modus Combineren |
U kunt de paginanummering instellen wanneer u de functie Combineren en de functie Paginanummering samen gebruikt. |
Stempel op het aangegeven tussenblad |
U kunt instellen dat het paginanummer op tussenbladen wordt afgedrukt wanneer u de functie Tussenvoegen, ingesteld onder [Kopie], en de functie Paginanummering samen gebruikt. |
Stempelpositie |
Hiermee kunt u opgeven hoe elke stempel wordt afgedrukt. |
Superimpose |
U kunt de paginanummers in wit laten afdrukken waar de nummers zwarte delen van de afbeelding overlappen. |
Stempelkleur |
Hiermee kunt u de geselecteerde voorkeurskleur instellen als het paginanummer wordt afgedrukt. |
Paginanummering Beginletter |
U kunt de beginletter voor de paginanummering selecteren uit "P.1, P.2.../P.1, P.2..." en "S1, S2.../S.1, S.2...". |
Stempeltekst |
|
Lettertype |
U kunt het lettertype selecteren van de Stempeltekst. |
Formaat |
U kunt het formaat selecteren van de Stempeltekst. |
Superimpose |
U kunt de Stempeltekst in wit laten afdrukken waar het zwarte delen van de afbeelding overlapt. |
Stempelkleur |
Hiermee kunt u de geselecteerde voorkeurskleur instellen als de tekst wordt afgedrukt. |
Stempelinstelling |
Hiermee kunt u opgeven hoe de Datumstempel wordt afgedrukt. |
Invoer/uitvoer
Item |
Beschrijving |
---|---|
Batch activeren |
U kunt selecteren of de modus Batch of SADF wordt weergegeven, wanneer u drukt op [Spec. orig.]. |
SADF automatische resettijd |
In de SADF-modus moet een origineel binnen een bepaalde opgegeven tijd na het vorige origineel worden ingevoerd. U kunt deze tijd instellen van 3 tot 99 seconden in stappen van 1 seconde. |
Geroteerd sorteren: auto. papier doorgaan |
Hiermee kunt u opgeven door te gaan met kopiëren als papier van de vereiste richting is opgeraakt bij het Geroteerd sorteren. |
Kopie-uitvoermethode onder-/bovenzijde in de Glasplaatmodus |
Wanneer u een origineel dat op de glasplaat is geplaatst wilt kopiëren, kunt u de manier aangeven waarop kopieën moeten worden uitgevoerd. |
Kopie-uitvoermethode onder-/bovenzijde in Handinvoermodus |
Wanneer u in handinvoermodus wilt kopiëren, kunt u de manier aangeven waarop kopieën moeten worden uitgevoerd. |
Auto. scannen herstarten na geheugen vol |
Indien het geheugen tijdens het scannen van originelen vol raakt, zal het kopieerapparaat eerst kopieën maken van de al gescande pagina's en daarna automatisch verder gaan met het scannen van de resterende pagina's. |
Scheidingsvel invoegen |
U kunt het aantal kopieerpagina's opgeven (van 1 tot 999 pagina's in stappen van 1 pagina) voor het invoegen van het scheidingsvel. |
Briefhoofd instelling |
Als u bij deze functie [Ja] indrukt, draait het apparaat de afbeeldingen op de juiste wijze. |
Nietpositie |
U kunt opgeven welke Boven 2 wordt geniet of welke Onder met prioriteit getoond wordt op het beginscherm. |
Perforeertype |
Hiermee kunt u opgeven welk perforatietype (2 perforaties of 3 perforaties) met prioriteit op het beginscherm wordt getoond. |
Vereenvoudigd scherm: Type finishing |
U kunt opgeven welke toets met prioriteit wordt weergegeven op het Vereenvoudigde scherm voor "Afwerkingstypen". |
Afbeeldingskleur aanpassen
Item |
Beschrijving |
---|---|
Achtergrondbelichting van ADS (Kleur) |
De achtergrondbelichting wordt aangepast om de tekst en kopie te verduidelijken. In kleurenmodus kunt u de achtergrondbelichting in maximaal 5 stappen aanpassen. |
Kleurgevoeligheid |
U kunt de kleur die is opgegeven voor conversie in "Kleur converteren" en de kleur die is opgegeven voor "Kleur verwijderen" in 5 gradaties aanpassen. |
A.C.S. gevoeligheid |
Deze 5-stappeninstelling bepaalt de mate waarin onderscheid wordt gemaakt tussen zwart-wit originelen en kleurenoriginelen wanneer "Automatische kleurselectie" is geselecteerd. |
A.C.S. prioriteit |
Deze instelling bepaalt de kopieervoorkeur tussen "Zwart-wit" en "Kleur" als "Automatische kleurselectie" is geselecteerd. |
Inkjet uitvoertype |
Bij het kopiëren van documenten gedrukt op een inkjetprinter, moet u de uiteindelijke beelkwaliteit specificeren die past bij de kleur van het document. |
Beheerderinstellingen
Item |
Beschrijving |
---|---|
Menu beschermen |
U kunt voorkomen dat ongeautoriseerde gebruikers de gebruikersinstellingen kunnen wijzigen. |