HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
De eerste afdrukpagina en het beginnummer opgeven.
Druk op [Wijzigen] onder Nummering wijzigen.
Druk op [1e af te drukken pag.], voer het paginanummer van het origineel in van waaraf moet worden begonnen met afdrukken en druk vervolgens op de toets [].
Druk op [1e af te drukken nr.], voer met de cijfertoetsen het paginanummer in waarmee u de paginanummering wilt laten beginnen en druk vervolgens op de toets [].
Druk op [Laatste nr.], voer het nummer van de pagina met de cijfertoetsen in, waarop u de nummering wilt stoppen en druk vervolgens op de toets[].
Als u alle pagina's tot het einde wilt nummeren, drukt u op [tot het eind].
Druk op [Alle pagina's], voer met de cijfertoetsen het totaal aantal origineelpagina's in en druk vervolgens op de toets [].
Als u het nummer wilt wijzigen dat u heeft ingevoerd, drukt u op [Wissen] en voert u vervolgens een nieuw nummer in.
Na alle instellingen te hebben ingevoerd, drukt u op [OK].
Druk twee keer op [OK].
Het laatste nummer is de laatste af te drukken pagina. Bijvoorbeeld, als het totaal aantal pagina's tien is, u maximaal zeven pagina's wilt afdrukken en u vanaf pagina 8 niet wilt afdrukken, voert u "7" in bij Laatste nr. Anders hoeft u het nummer niet in te voeren.
U kunt een waarde instellen van 1 tot 9999 voor [1e af te drukken pag.], [1e af te drukken nr.], [Laatste nr.] en [Alle pagina's].