HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Specificeer de horizontale en verticale lengten van het origineel en kopieer de afbeelding.
Kopieën kunnen worden vergroot of verkleind met verschillende horizontale en verticale reproductiefactoren.
Horizontale afmeting origineel: A mm (inch)
Verticale afmeting origineel: B mm (inch)
Horizontale afmeting kopie: a mm (inch)
Verticale afmeting kopie: b mm (inch)
Meet de lengte van het origineel en de kopie en geef deze op door "A" met "a" en "B" met "b" te vergelijken.
Druk op [Verkl/vergr].
Druk op [X/Y-as mm].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [].
U kunt formaten invoeren tussen 1 en 999 mm (0,1 tot 99,9 inch) in stappen van 1 mm (0,1 inch).
Voer de horizontale afmeting van het kopie in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets [].
Voer de verticale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets [].
Voer de verticale afmeting van de kopie in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets [].
Druk twee keer op [OK].
Om een waarde die u heeft ingevoerd te wijzigen, drukt u op de toets die u wilt wijzigen en voert u een nieuwe waarde in.