HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Als u kopieert op dik papier, selecteer dan de papiersoort en het formaat.
Open de handinvoer en plaats het papier met de te kopiëren zijde naar boven tot het geluidssignaal klinkt.
Positioneer de papiergeleiders op basis van het papierformaat.
Druk op de toets [Handinvoer] en druk vervolgens op de toets [].
Druk op [Dik papier select.].
Selecteer het papiertype (één van [Dik papier 1], [Dik papier 2] en [Dik papier 3]) en druk vervolgens op [OK].
Selecteer [Dik papier 1] als het gewicht van het papier ligt tussen de 127,5 g/m2 (34,0 lb.) en 163,9 g/m2 (43,9 lb.).
Selecteer [Dik papier 2] als het gewicht van het papier ligt tussen de 164,0 g/m2 (44,0 lb.) en 249,9 g/m2 (66,9 lb.).
Selecteer [Dik papier 3] als het gewicht van het papier ligt tussen de 250,0 g/m2 (67,0 lb.) en 300,0 g/m2 (80,0 lb.).
Specificeer het papierformaat en druk vervolgens op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de toets [Start].
Afdrukken op dik papier kan langzamer zijn dan afdrukken op gewoon papier.
Om papierstoringen te voorkomen moet u het papier losschudden voordat u het op de lade plaatst.