Gebruik de opdracht "netware" voor de configuratie van NetWare-instellingen zoals de naam van de afdrukserver en de bestandsserver.
Namen van Netware-afdrukservers
msh> netware pname "character string"
Geef de naam van de NetWare-afdrukserver op. U kunt maximaal 47 tekens gebruiken.
Namen van Netware-bestandsservers
msh> netware fname
Geef de naam van de NetWare-bestandsserver op. U kunt maximaal 47 tekens gebruiken.
Encap-type
msh> netware encap {802.3|802.2|snap|ethernet2|auto}
Nummer van externe printer
msh> netware rnum {0-254}
Time-out
msh> netware timeout {3-255}
Afdrukservermodus
msh> netware mode pserver
msh> netware mode ps
Externe-printermodus
msh> netware mode rprinter
msh> netware mode rp
NDS-contextnaam
msh> netware context "character string"
SAP-interval
msh> netware "sap_interval"
De aanmeldmodus voor de bestandsserver instellen
msh> netware login server
De aanmeldmodus voor de NDS-structuur instellen
msh> netware login tree
De aanmeldmodus voor de naam van de NDS-structuur instellen
msh> netware tree "NDS name"
File transfer protocol
msh> netware trans {ipv4pri|ipxpri|ipv4|ipx}
Als u geen protocol opgeeft, wordt de huidige instelling weergegeven.
Protocol |
Protocol instellen |
---|---|
ipv4pri |
IPv4+IPX(IPv4) |
ipxpri |
IPv4+IPX(IPX) |
ipv4 |
IPv4 |
ipx |
IPX |