Als u de standaardprinterinstellingen wilt wijzigen (inclusief de instellingen voor de optieconfiguraties), moet u zich aanmelden met een account met machtiging voor het beheren van printers. Leden van de Beheerders- en Hoofdgebruikersgroep zijn standaard gemachtigd om printers te beheren.
U kunt de standaardprinterinstellingen niet per gebruiker wijzigen. Instellingen die zijn opgegeven in het dialoogvenster [Printereigenschappen] zijn van toepassing op alle gebruikers.
Klik in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten].
Het venster [Printers en faxapparaten] wordt weergegeven.
Klik op het pictogram van de printer dat u wilt gebruiken.
Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].
Het dialoogvenster [Printereigenschappen] wordt weergegeven.
Maak de nodige instellingen en klik op [OK].
Instellingen die u hier opgeeft, worden standaard voor alle toepassingen gebruikt.
Meer informatie kunt u vinden in de Help-functie van het printerstuurprogramma.